In het buik- en bekkengebied werken twee systemen intensief samen: het bewegingssysteem (musculoskeletaal systeem) en het in het bekken gelegen orgaanstelsel (pelviene orgaan systeem). Deze twee systemen beïnvloeden elkaar wederzijds. Zo leidt een stoornis in de bekkenbodemspieren vaak tot stoornissen in het functioneren van de blaas en / of de darm bijvoorbeeld urineverlies of obstipatie. Maar een stoornis in de organen bijvoorbeeld een overactieve blaas, leidt weet vaak tot een stoornis in de bekkenbodem, in dit geval tot een te gespannen bekkenbodem.
In dit gebied bevinden zich veel spieren. Naast de bekkenbodemspieren vinden we hier de buikspieren, de rugspieren, de heupspieren en de bilspieren. Al deze spieren beïnvloeden elkaar. En, zoals al eerder gezegd, de spieren kunnen weer het werken van de organen beïnvloeden. Wanneer de spieren niet op de goede manier gebruikt worden, overbelast worden, kan er pijn in de spieren ontstaan. Deze pijn leidt vaak tot triggerpoints; pijnpunten in een te strakke, te gespannen spier, bijvoorbeeld de buikspieren, die vaak uitstralende pijn geven naar bijvoorbeeld de penis, de vagina of de plasbuis. Daardoor ontstaat dan weer pijn bij het plassen. Op deze manier kunnen musculoskeletale klachten (spierklachten) uiteindelijk leiden tot (pijn)klachten van de organen.
Bij pijnklachten in het buik- en bekkengebied moeten beide systemen goed onderzocht worden. Bovengenoemd voorbeeld laat zien dat een probleem in de buikspier uiteindelijk kan leiden tot pijn bij het plassen.
Triggerpoints heten officieel myofasciale triggerpoints. Myo betekent spier en fascie betekent spiervlies. Een triggerpoint bevindt zich in de spier of tussen de spier en het spiervlies. Er zijn inmiddels veel triggerpoints bekend en ook de uitstralende pijn die deze geven. Op deze manier kan de pijn die in organen wordt waargenomen, worden verklaard. Uitdrukkelijk moet hierbij vermeld worden dat het onderzoeken van de organen nooit mag worden overgeslagen.