Onderzoek met de flowmetrie en de bladderscan
- Home
- Informatiepagina's
- Onderzoek met de flowmetrie en de bladderscan
Flowmetrie betekent dat de manier waarop men plast, wordt geregistreerd. Dit gebeurt heel eenvoudig. In een toilet is een sensor bevestigd die meet:
- Hoeveel er geplast wordt
- Met hoeveel kracht / druk er geplast wordt
- In hoeveel tijd de volledige plas geloosd is
- In hoeveel tijd de maximale plasdruk is bereikt
- De manier waarop geplast wordt (ontspannen, hakkelend, in etappes, met veel / weinig druk)
Tijdens het onderzoek kan men gewoon op het toilet plaats nemen of blijven staan indien men dat prettig vindt. Er wordt dan gevraagd op een zo normaal mogelijke manier te plassen. U bevindt zich alleen in een ruimte, er staat dus niemand naast u te kijken. Terwijl u plast, meet de sensor de kracht van de straal en de tijd die u plast en geeft deze weer op een scherm
Na afloop van de flowmetrie wordt met een echo gekeken of de blaas is leeg geplast of hoeveel urine er mogelijk is achtergebleven. Het is namelijk erg belangrijk dat een blaas goed wordt leeg geplast. Na het onderzoek bespreekt de bekkenfysiotherapeut met u wat er is waargenomen.
Op deze manier krijgen zowel u zelf als de bekkenfysiotherapeut een indruk van de manier waarop u plast en de invloed die dit heeft op uw klacht. Aan de hand van de waarneming kan het plasgedrag worden gecorrigeerd. Het onderzoek kan na enige tijd herhaald worden om te kijken of er verbetering is opgetreden.