Chronische bekkenpijn syndroom
- Home
- Informatiepagina's
- Chronische bekkenpijn syndroom
Chronisch bekkenpijn syndroom / chronische pijn in het bekken, de buik, de geslachtsorganen en de bekkenbodem.
Veel mensen, zowel mannen als vrouwen, kampen met onbegrepen pijn in de buik, het bekken, de geslachtsorganen en / of de bekkenbodem. We noemen deze klachten het chronisch bekkenpijn syndroom, afgekort als CPPS. Vaak wordt er geen oorzaak gevonden voor deze klachten; er is geen aandoening van de organen.
In het buik- en bekkengebied werken twee systemen intensief samen: het bewegingssysteem (musculoskeletaal systeem) en het in het bekken gelegen orgaanstelsel (pelviene orgaan systeem). Deze twee systemen beïnvloeden elkaar wederzijds. Zo leidt een stoornis in de bekkenbodemspieren vaak tot stoornissen in het functioneren van de blaas en / of de darm, bijvoorbeeld urineverlies of obstipatie. Maar een stoornis in de organen, bijvoorbeeld een overactieve blaas, leidt vaak tot een stoornis in de bekkenbodem, in dit geval tot een te gespannen bekkenbodem.
In dit gebied bevinden zich veel spieren. Naast de bekkenbodemspieren vinden we hier de buikspieren, de rugspieren, de heupspieren en de bilspieren. Al deze spieren beïnvloeden elkaar. En, zoals al eerder gezegd, de spieren kunnen weer het werken van de organen beïnvloeden. Wanneer de spieren niet op de goede manier gebruikt worden, overbelast worden, kan er pijn in de spieren ontstaan. Deze pijn leidt vaak tot triggerpoints; pijnpunten in een te strakke, te gespannen spier, bijvoorbeeld de buikspieren, die vaak uitstralende pijn geven naar bijvoorbeeld de penis, de vagina of de plasbuis. Daardoor ontstaat dan weer pijn bij het plassen. Op deze manier kunnen musculoskeletale klachten (spierklachten) uiteindelijk leiden tot (pijn)klachten van de organen.
Bij pijnklachten in het buik- en bekkengebied moeten beide systemen goed onderzocht worden. Bovengenoemd voorbeeld laat zien dat een probleem in de buikspier uiteindelijk kan leiden tot pijn bij het plassen.
Triggerpoints heten officieel myofasciale triggerpoints. Myo betekent spier en fascie betekent spiervlies. Een triggerpoint bevindt zich in de spier of tussen de spier en het spiervlies. Er zijn inmiddels veel triggerpoints bekend en ook de uitstralende pijn die deze geven. Op deze manier kan de pijn die in organen wordt waargenomen, worden verklaard. Uitdrukkelijk moet hierbij vermeld worden dat het onderzoeken van de organen nooit mag worden overgeslagen.
Indien blijkt dat de pijn veroorzaakt wordt door triggerpoints, dan moeten deze behandeld worden. Maar het behandelen van de triggerpoints alleen is meestal niet voldoende. Men moet weer leren de spieren op een goede manier te gebruiken; dat betekent dat men zich bewust moet zijn van de spieren, deze moeten kunnen ontspannen en op de juiste tijd met de juiste kracht moet kunnen aanspannen. Vaak moet de te korte spier worden gerekt. Pas wanneer de spieren weer op de juiste manier functioneren, zullen ook de orgaanklachten verdwijnen.
Vaak spelen de bekkenbodemspieren ook een rol bij CPPS; ze vaak te gespannen en veroorzaken daardoor pijnklachten. Ook in de bekkenbodemspieren kunnen triggerpoints ontstaan. Te hoge spierspanning kan ook ontstaan door langdurige stress.
Zorgvuldige analyse van het gehele musculoskeletale bewegingssysteem en het pelviene orgaansysteem is nodig om de diagnose CPPS te kunnen stellen.
CPPS is een complexe aandoening en behoeft multidisciplinaire zorg. Dat betekent dat meerdere zorgverleners (bijvoorbeeld uroloog, gynaecoloog, MDL-arts, psycholoog, bekkenfysiotherapeut en verpleegkundige) ieder vanuit hun eigen specifieke deskundigheid een bijdrage leveren aan het herstel van de klacht.